Was de derde ‘explosie’ in het Marengo-proces net weer een stukje heftiger dan de eerste twee? Marengo, een door een computer aan het strafrechtelijk onderzoek naar Ridouan Taghi en zijn vermoedelijke companen toegekende codenaam, wordt gekenmerkt door openlijke ruzies tussen advocaten en het Openbaar Ministerie, en tussen advocaten en rechters. Ligt het aan Marengo zelf, of is het proces een min of meer toevallige katalysator voor een onvermijdelijke clash?

Germ Kemper
© Nils van Houts 2019

De eerste botsing kwam doordat het Openbaar Ministerie processen-verbaal met getapte telefoongesprekken aan het dossier toevoegde. Diverse verdachten babbelden in die gesprekken over advocaten die onbekommerd dossierinformatie doorspeelden, waar telkens een paar duizend euro tegenover stond. Advocaten waren in rep en roer: met de zaak zelf heeft het niets te maken, dit gebeurt alleen maar om ons zwart te maken. Het Openbaar Ministerie speelde de vermoorde onschuld: wat krijgen we nou, jullie klagen altijd dat we stukken uit het politieonderzoek achterhouden en nu is het wéér niet goed.

De tweede aanvaring kwam doordat twee advocaten, Meijering en Van Kleef, geschaduwd werden bij een bezoek aan Dubai. Zij verlenen in Marengo rechtsbijstand aan Khalid J. en de hoop, niet uitgekomen, was dat zij de politie op het spoor van Taghi in Dubai zouden brengen. Niets aan de hand, aldus het Openbaar Ministerie, want deze heren waren toch niet de advocaat van Taghi? Het is een erg op het resultaat gerichte redenering, die het ook mogelijk zou maken om bij een advocatenkantoor alle dossiers in beslag te nemen en door te lezen omdat de belangstelling van justitie uitgaat naar heel iemand anders dan de cliënten van het kantoor. Dat kan voor die cliënten niet als een geruststelling klinken, die maakt dat zij onbekommerd hun hebben en houwen kunnen blijven delen met hun advocaten.

Bij nummer drie zijn advocaten met de rechtbank in aanvaring gekomen. Het begon met een verzoek tot wraking van een rechter-commissaris die vaststelde dat advocaat Meijering blijk had gegeven van gebrek aan respect voor de beslissing van de rechtbank, inhoudend dat de naam van de vriendin van de kroongetuige in Marengo niet in schriftelijke stukken zou mogen worden genoemd. Meijering vermeldde die naam tóch en de rechter-commissaris schreef dat zij verbijsterd was. Naar aanleiding hiervan werd om wraking gevraagd wegens vooringenomenheid en Meijering eiste ook excuses. Van een ‘beslissing’ bleek uiteindelijk niets, enkel van een verzoek van de rechter-commissaris. Volgens de wrakingskamer was zelfs niet duidelijk dat dat verzoek ooit was gedaan. Op de vraag of het tactvol of gepast was om excuses te eisen ging de wrakingskamer wijselijk niet in, maar voor wraking is vereist dat aantoonbaar sprake is van ‘vooringenomenheid’ en dat bleek niet uit het onhandige gedrag van de rechter. Die liet het er niet bij zitten; zij trok zich terug uit de zaak omdat, zoals zij aan de rechtbank schreef, het gedrag van de advocaten onduldbaar was. Het is in die zin prijzenswaardig dat rechters niet makkelijk toegeven dat zij de leiding kwijt zijn geraakt, maar het is ook zonder precedent dat de spanning zó hoog oploopt dat een rechter de handdoek in de ring gooit.

Drie aanvaringen? Helaas is dat getal niet juist. De toedracht staat nog niet vast, maar zeer waarschijnlijk is de moord op Derk Wiersum, de advocaat van de kroongetuige in Marengo, de eerste en meest heftige stap geweest in deze reeks incidenten waar niemand gelukkig van kan worden. Tact, gevoel voor verhoudingen, elkaars integriteit tot uitgangspunt nemen: onder druk blijft er weinig van over.