Aan de vooravond van de start van Rutte IV

Nieuw elan? Zelden zal een nieuw kabinet in Den Haag met zoveel scepsis zijn ontvangen als het nieuwe, vierde kabinet onder leiding van premier Mark Rutte.

Het is de facto een voortzetting van de regeringscoalitie die bijna een jaar geleden (januari 2020) ook van lamlendigheid uit elkaar viel. Het wordt opnieuw gevormd door de vier middenpartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie, partijen die tot voor kort op gespannen voet met elkaar stonden. Het heeft, wellicht niet helemaal terecht, een geschonden blazoen: enkele affaires/schandalen die het publieke vertrouwen in ‘Den Haag’ op zware proef stellen. En het is een coalitie die, to say the least, niet helemaal onbeschadigd uit de coronacrisis tevoorschijn is gekomen.

Het is die coalitie die zich voorneemt het land uit de crisis te trekken, die enkele grote uitdagingen (klimaat & energie, woningnood, onderwijs, arbeidsmarkt) te lijf wil gaan. Het is die coalitie die een ‘nieuwe bestuurscultuur’ in en om Den Haag wil doorvoeren—en begint met een toch nog gedetailleerd regeerakkoord, na een ellenlange kabinetsformatie die allesbehalve open en transparant was en waarschijnlijk uit veel oude gezichten zal bestaan. Het is die coalitie die een wankele parlementaire basis—geen meerderheid in de Eerste Kamer—heeft. Het is die coalitie die tijdens enkele parlementaire enquêtes (Groningen, toeslagen, corona) geroosterd gaat worden. Het is die coalitie die de geloofwaardigheid moet zien te herstellen.

De meeste kabinetten vallen na verloop van tijd tegen. Dit kabinet kan eigenlijk alleen maar meevallen.

 

Jan Schinkelshoek, december 2021

Jan Schinkelshoek
Foto: Nils van Houts