Tijdens deze kabinetsformatie wordt Den Haag overstelpt met adviezen. Dat is gebruikelijk, maar wat nu opvalt is dat ook de Hoge Colleges van Staat en de rechterlijke macht zich niet onbetuigd laten. Eén rapport heeft niet de aandacht gekregen die het verdiende. Alleen Trouw, NRC en RTL hebben erover bericht: het rapport van de Commissie van Venetië van de Raad van Europa. Het oordeel dat de Commissie velt over de Nederlandse rechtsstaat is snoeihard. Drie kernbegrippen komen steeds terug: vertrouwen, uitvoering en communicatie.

Om met het laatste te beginnen: midden jaren ‘90 schreef voormalig PvdA-fractievoorzitter en voormalig staatssecretaris Jacques Wallage op verzoek van toenmalig premier Kok een rapport over de overheidscommunicatie. Titel: ‘Communicatie in het hart van het beleid’.  Communicatie was in die dagen echt de sluitpost van het beleidsproces. Zelf woonde ik – als RVD-directeur – ten tijde van het kabinet-Kok een Torentjesoverleg bij waar ik vond dat wat bedacht werd niet over te brengen was naar de samenleving. Toen ik dat zei merkte Wim Kok op: “eerst de inhoud, jij komt straks aan de beurt”. Wallage had dus zeker een punt.

Maar nu? Volgens de Raad van Europa is communicatie de boventoon gaan voeren in Den Haag, terwijl het parlement onvoldoende wordt geïnformeerd. Niet alleen het aantal communicatiemedewerkers is gigantisch uitgebreid, ook hun invloed op het beleid heeft groteske vormen aangenomen. Kenmerkend was de uitspraak van een gefrustreerd  lid van de corona-stuurgroep, onlangs in De Volkskrant, dat de ambtenaren van VWS steeds vooral met één vraag bezig waren: ‘wat betekent dit voor de beeldvorming van VWS en van de minister?’

Beleid en communicatie dienen hand in hand te gaan in de politiek. Beeldvorming en werkelijkheid dienen wel met elkaar in overeenstemming te zijn. Spindoctors en fluisteraars hebben een steeds negatievere rol: ze versterken het onderling wantrouwen. Dat verpest ook de verhoudingen tussen de huidige onderhandelaars bij de kabinetsformatie. Dagelijks lezen we in de media over de slechte verhouding tussen Sigrid Kaag en Mark Rutte. De uithalen van Kaag naar Rutte (naar verluidt ingefluisterd door haar voorlichters) zijn bepaald geen bijdrage aan het vergroten van het onderling vertrouwen.  En dus ook niet aan een perspectiefrijke formatie. Ook hier biedt de recente geschiedenis een goed voorbeeld. In de jaren ‘70/‘80 konden Joop den Uyl en Dries van Agt op z’n zachtst gezegd niet door één deur (uiteindelijk was Van Agt zelfs niet welkom bij de begrafenis van Den Uyl). Na het eerste kabinet-Den Uyl (’73-‘77) moest na de verkiezingsoverwinning van de PvdA het tweede kabinet-Den Uyl worden geformeerd. Dat kabinet is er dus nooit gekomen, met name vanwege de slechte verhouding tussen de twee politieke leiders. Dat had VVD-leider Hans Wiegel goed in de gaten. Hij ging met Van Agt dineren in een gerenommeerd Haags restaurant en het kabinet CDA/VVD (Van Agt/Wiegel) was niet lang daarna een feit. Kaag is gewaarschuwd…

Maar het gaat niet alleen om spinnen en onwaarheid. De formatie is ook steeds meer een gesloten boek geworden. Hier valt nog wat te leren van de tijd dat Jan Schinkelshoek en ik –toen nog als journalisten – in het bestuur zaten  van de Parlementaire Pers Vereniging (PPV). Twee keer per dag kwam de woordvoerder van de (in)formateur ons briefen over wat er was besproken en wat nog besproken ging worden. Iedere week gaf de (in)formateur een persconferentie. Als de fracties in de Tweede Kamer die betrokken waren bij de (in)formatie zich moesten buigen over voorstellen van de onderhandelingstafel gaven de fractievoorzitters na afloop een persconferentie in Nieuwspoort. Dat was vaak middenin de nacht. De media hadden dat er graag voor over. Nu staat de (in)formateur in de Oude Zaal achter een katheder van een papiertje een nietszeggende tekst voor te lezen.

Een ander aspect van het rapport van de Commissie van Venetië van de Raad van Europa betreft de controle op de uitvoering van het beleid. De regering en de Tweede Kamer zouden hierin te kort schieten. Hier ligt denk ik vooral een taak voor de Tweede Kamer. Ik pleit ervoor (zoals ik overigens al eerder heb gedaan) dat de Kamer hier zelf het initiatief neemt en de controle op de uitvoering ter hand neemt. Zo zou de Kamer in het land hoorzittingen kunnen organiseren waarbij alle betrokkenen worden gehoord. Ga naar Groningen, de zorgsector, de bouw, het onderwijs en ga zo maar door en praat niet alleen met hotemetoten, maar met de mensen die het direct betreft. Wees volksvertegenwoordiger. Laat je zien; dat verkleint ook de kloof tussen Den Haag en ‘het land’. Confronteer daarna het kabinet met de bevindingen en ga het debat aan over hoe het beter kan.

De nieuwe regering staat zoals bekend een paar loodzware parlementaire enquêtes te wachten. Ook hier kan de Kamer veel voorwerk verrichten. Neem als voorbeeld een parlementaire enquête naar het coronabeleid, die er ongetwijfeld komt. Het slechtst denkbare is dat het daarbij vooral gaat over de vraag: wie maakte welke fouten en welke personen moeten worden ontslagen respectievelijk aftreden. Zou het een idee zijn om sociale wetenschappers een onderzoek te laten doen naar allen die bij corona betrokken waren: ga naar de ziekenhuizen, praat daar met ic-medewerkers en artsen, praat met de wetenschappers die het kabinet adviseerden. Centrale vraag: wat ging goed en wat niet? Wat hebben we geleerd en wat moet de volgende keer anders? Maar ook bewindslieden en Kamerleden moeten deze vragen beantwoorden. Vervolgens moeten Kamerleden het land in trekken om met alle partijen te praten over de bevindingen van dat onderzoek. Het land intrekken toont ook hier betrokkenheid en verkleint de kloof tussen Den Haag en ‘het land’. Pas daarna komt een parlementaire enquête waar dan hopelijk de hijgerigheid  van “wanneer treedt u af” vanaf is.

Ik zei aan het begin dat het rapport van de Commissie van Venetië te weinig aandacht heeft gekregen. Je kunt ook zeggen: het rapport bevat eigenlijk niet zoveel nieuwe onderwerpen. Mensen als Herman Tjeenk Willink waarschuwen hier al jaren voor. Dat leidt tot de verzuchting: leren we nou nooit? Ik ben benieuwd naar het nieuwe regeerakkoord.

 

Jaap van der Ploeg, oktober 2021