Aan het begin van de lockdown verscheen er een tweet van een RTL4 correspondent in de VS. Hij klaagde over zijn buurkinderen, omdat die zoveel lawaai maakten nu ze hele dagen thuis waren. Zo heeft iedereen in deze periode zijn ongemakken gehad- de correspondent ervoer overlast, de kinderen konden niet naar school. Inmiddels gaan de meeste kinderen weer naar school en zijn deze ongemakken dus grotendeels opgelost. Maar wat zullen de effecten van de lockdown zijn op de langere termijn? Zal deze crisis de onderwijssector steunen in zijn roep om betere lonen, angst voor groeiende ongelijkheid en toenemende werkdruk? En zal politiek Den Haag hiernaar luisteren in aanloop naar de verkiezingen van 2021?

‘De kwaliteit van en gelijke kansen in het onderwijs staan onder druk’, aldus de Brede Maatschappelijk Heroverweging (BMH), waarin ambtenaren constateerden dat de overheid het fundament voor onderwijs beter op orde moet krijgen. Er worden in dit onderzoek meerdere aangrijpingspunten aangedragen, van werken aan professionele organisaties in het onderwijs, tot ieder kind een goede startpositie in het onderwijs. Politieke partijen gebruiken de aanbevelingen van de BMH bij het opstellen van hun verkiezingsprogramma’s. De coronacrisis heeft daar nu extra urgentie aan verleend.

Het vak van leraar is in aanzien gestegen. Demonstraties op een volgepakt Malieveld, ondenkbaar in de huidige anderhalvemetersamenleving, zijn niet meer nodig om te bepleiten dat het onderwijs een essentiële bouwsteen is voor het goed functioneren van onze maatschappij. De BMH stelt dat een goede leraar ervoor kan zorgen dat een kind een heel onderwijsniveau hoger scoort. Leraren geven echter aan te lijden onder een te hoge werkdruk en niet toe te komen aan de nodige bijscholing. Is de huidige opzet van ons onderwijssysteem wel houdbaar? De afgelopen maanden moest het onderwijs op afstand. Om de anderhalve meter-richtlijn te volgen zal een deel nog steeds op afstand gebeuren. Grote stappen zijn er hierbij gezet in de ontwikkeling van digitaal onderwijs. Word het gebruik van ICT na deze crisis gemeengoed? Waar kan dit nog beter? Zou dit een oplossing kunnen bieden bij het verlichten van de werkdruk?

Berichtgeving over de groei van kansenongelijkheid in het onderwijs door de crisis zijn verontrustend. Er was al een trend waarbij ‘leerlingen met gelijke prestaties steeds vaker op verschillende niveaus kwamen’, aldus de staat van het onderwijs 2020. Het opleidingsniveau van ouders is nu vaak bepalend voor het onderwijsniveau waarop kinderen terecht komen. Deze trend leek te stabiliseren, maar of dat na deze crisis nog steeds zo is moet worden bezien. Waar thuisonderwijs voor het ene gezin goed werkte verdwenen andere kinderen volledig van de radar. Het belang van een goede leraar en een betrokken school zijn ook hier essentieel. Zij moeten nu aan het werk om de ongelijkheden weg te werken.

Over minder dan een jaar zijn er verkiezingen. Nu we langzaam uit de lockdown ontwaken zal pas duidelijk worden wat de schade hiervan is. Partijen zullen keuzes moeten maken hoe we die schade gaan herstellen en dit verwoorden in hun verkiezingsprogramma’s. Het is van belang dat de onderwijslobby nu aan tafel blijft om de goodwill die ze hebben opgebouwd tijdens deze crisis in te zetten in blijvende investeringen in het fundament van het onderwijs.