Zou je Sidney Smeets als advocaat vragen, als je verdacht wordt van een zedendelict? Iets met jonge jongens bijvoorbeeld? Het ex-Kamerlid, teruggetreden vanwege aantijgingen omtrent grensoverschrijdend gedrag met minderjarigen, pakt wellicht de praktijk weer op. Wie een probleem heeft over een erfenis waarin een huis in Frankrijk zit, of vindt dat de gemeente geen vergunning aan de buren had mogen verlenen voor een dakterras, zoekt al snel een advocaat die daar verstand van heeft. Wat heb je aan iemand die een boek over Frans erfrecht bestelt of de Algemene Wet Bestuursrecht, zich verkneukelend op een speurtocht op onbekend terrein? Advocaten hebben in de loop der jaren steeds meer specialismen ontwikkeld en daar afficheren ze zich ook mee. Dat heet ‘deskundigheid’ of ‘professionaliteit’ en er worden advocaten op de vingers getikt omdat ze zich door onwetendheid vergaloppeerden in plaats van hun cliënt door te verwijzen naar een collega die de valkuilen kent.

Germ Kemper
© Nils van Houts 2019

Ook moet volgens de Advocatenwet zorgvuldig ‘partijdigheid’ in acht worden genomen. Dat betekent dat een advocaat zich uitsluitend door de belangen van zijn cliënt mag laten leiden maar in de praktijk gaan heel wat advocaten door ruiten en roeien ten behoeve van hun cliënt, en stralen uit dat hij niet alleen juridisch maar ook moreel gelijk heeft. Afstand nemen, laten doorschemeren dat het zaakje eigenlijk stinkt, dat werkt alleen al slecht voor het vertrouwen dat een cliënt in zijn advocaat zou willen hebben, en in de confrontatie met tegenpartijen en rechters gaat het dan snel mis met de overtuigingskracht. Maar het overdrijven van het gelijk van de cliënt heeft gevaarlijke kanten. ‘Zeg nu zelf, ziet deze man er uit als een moordenaar?’ komt in de Nederlandse traditie zonder juryrechtspraak niet voor, maar er zijn best advocaten te vinden die laten weten in de onschuld van hun cliënt te geloven en dus niet meer deskundige verlener van rechtsbijstand zijn maar character witness. Je vraagt je af wat hun toegevoegde waarde is. En het risico is levensgroot dat de advocaat met zijn cliënt wordt vereenzelvigd en dus de waarde van zijn argumenten buiten beeld raakt.

De grens van het spectrum tussen gedistantiëerde kundigheid en pure betrokkenheid ligt bij de advocaat die zijn echtscheiding gaat behandelen of die van zijn dochter. Dat blijkt in de praktijk hét recept te zijn voor proceshandelingen waarmee geen enkel voordeel valt te behalen, maar wél een hoop ellende voor de tegenpartij, en voor scheldpartijen ter zitting of in de gang van het gerechtsgebouw. Aan partijdigheid ontbreekt het beslist niet, maar de afwezigheid van elke vorm van onafhankelijkheid jegens de cliënt zorgt voor een compleet functieverlies van de advocaat. Als het al niet schadelijk is, is zo’n optreden in ieder geval overbodig.

Je komt het ook wel tegen bij een sterke persoonlijke betrokkenheid. De advocaat Stelling, alweer enige jaren geleden, streed voor een streng-pacifistisch gedachtengoed en werd uiteindelijk gedwongen als advocaat te stoppen omdat hij justitiefunctionarissen met rechters in het Derde Rijk ging vergelijken. Een paar weken geleden kreeg een advocate een verbod opgelegd om zaken op het gebied van kinderbescherming en jeugdzorg te doen, omdat zij in haar strijd tegen de instanties geen middel en geen kwalificatie schuwde. Haar cliënten zullen bij haar acties misschien heel tevreden zijn geweest omdat allerlei schandaligs aan de kaak werd gesteld, maar hun gelijk zal niet dichterbij zijn gekomen.

Het is een hele aanloop om uit te kunnen komen bij de vraag of Smeets de geschikte advocaat is voor sommige van de cliënten die hij bijstond, bij delicten die te maken hebben met pedofilie of het propageren van vrijere contacten tussen volwassenen en minderjarigen. Rechters zijn over het algemeen verstandig genoeg om naar zijn argumenten te luisteren en niet te denken dat hij eigenlijk een persoonlijke hobby aan het propageren is. Voor de buitenstaander is het een stuk lastiger om hem niet te zien als een vos die de passie preekt en daar hebben zijn cliënten geen voordeel van.

 

Germ Kemper, 31 mei 2021

Een eerdere versie van dit artikel werd gepubliceerd in het tweewekelijkse tijdschrift Argus (jaargang 5, nummer 101).