Met de raadsverkiezingen zijn ook de gemeentelijke formaties in aantocht. Joan Smithuis geeft een aantal adviezen.

 

De snelle wisseling van politieke generaties in gemeenten maakt ervaring een schaars goed

Mijn eerste onderzoek naar het verloop van gemeentelijke formaties deed ik in 2010. Veertig interviews in tien steden met lijsttrekkers, (in)formateurs, burgemeesters en ambtenaren die bij de formatie waren betrokken. De conclusie: er bestaan geen draaiboeken voor de formatie. Regelmatig bleken politici overvallen door de winst van hun partij in de verkiezingen. En werd het voor hen een zoektocht hoe het vandaar verder moest. Bij herhaling van het onderzoek in 2014 en 2018 bleek in die jaren niet veel veranderd.

Ervaring speelt in formaties een belangrijke rol. Maar de snelle wisseling van politieke generaties in gemeenten maakt ervaring een schaars goed. De grote landelijke partijen willen hun gemeentelijke afdelingen wel helpen. Ze organiseren studiedagen en komen met kandidaten die in de formatie de rol van (in)formateur kunnen vervullen. Maar één op de drie kiezers stemt op een lokale partij, die zo’n netwerk ontbeert. Toch zijn er zeker adviezen te geven.[1]

Begin ver vooraf

Een geslaagde formatie begint ver vóór de verkiezingen. Vertrouwen speelt in de gemeentelijke politiek een grote rol. Hier werken geen geharde professionals, zoals in Den Haag, maar burgers die elkaar in dezelfde gemeenschap tegen komen. Van wie de politieke ambities ook vaak niet verder rijken dan de gemeentegrenzen. Een belangrijk deel heeft zich verbonden aan lokale partijen. Vaak zijn deze ontstaan vanuit de wens het anders te doen en herbergen ze vele proteststemmers. Zij vragen in het formatieproces om speciale aandacht. Zorg ervoor dat ze de ruimte krijgen om zich te uiten en besteed extra tijd aan de opbouw van kennis en vertrouwen.

Maak gebruik van ambtenaren

Bijna alle formaties worden ondersteund door ambtenaren. In de grotere gemeenten hebben zij de opdracht al vóór de verkiezingen perspectieven, mogelijkheden en knelpunten te schetsen. Tijdens de onderhandelingen schrijven ze de teksten en leggen desgevraagd contact met in- en externe partijen. Wantrouw ze niet op voorhand, hoe gemakkelijk dat soms ook is. Maar maak er gebruik van. Als weinig anderen kennen ambtenaren de werkelijke situatie in de gemeente. Val ook niet in de fout ondoordachte bezuinigingen vast te leggen op het ambtelijk apparaat. De ervaring leert dat nieuwe colleges daar gruwelijk spijt van krijgen.

Niet alles hoeft op papier

Het initiatief in de formatie ligt bij de lijsttrekker van de winnende partij. In 110 van de 355 gemeenten schakelde deze een informateur in met de taak uit te zoeken ‘wie met wie wil en kan’. In principe werkt deze informateur op basis van vertrouwen: alle partijen moeten concessies kunnen bespreken waarop zij niet mogen worden afgerekend wanneer zij onverhoopt niet in het bestuur komen. Niet alles hoeft tenslotte op papier. Het blijkt verstandig een informateur te zoeken met kennis van het lokale bestuur.

Meerderheid is geboden

Is het de taak van de informateur de ui af te pellen, de formateur gaat in de diepte. Aan haar of hem is de taak om te zorgen dat er een inhoudelijk programma komt: het coalitieakkoord. Formeren vraagt om een meerderheid. De ervaring leert dat het zonder meerderheid tot ellende leidt. Partijen willen vanaf het begin meepraten en gaan niet later tekenen bij het kruisje. De uitgesloten partijen zoeken elkaar op om het proces te ontregelen.

Heldere tegenstellingen nodig

Over de rol van de raad wordt wisselend gedacht. In een aantal gemeenten wordt na de verkiezingen een ‘duidingsdebat’ gehouden. Dat kan richting geven aan het onderhandelingsproces. In kleinere gemeenten, maar ook in enkele grotere, is er steeds interesse in raads-brede akkoorden, maar werkelijke tegenstellingen laten zich moeilijk met woorden verbinden, zo blijkt bij herhaling. Het neemt niet weg dat verschillende wetenschappers in 2022 een groei van zulke akkoorden voorzien. Voortgaande versplintering zou het steeds moeilijker maken om tot werkbare coalities te komen. Een raadsakkoord zou tevens kunnen bijdragen de kloof tussen coalitie en oppositie te overbruggen, menen zij. Weerzin tegen de ‘Haagse taferelen’ kan een factor zijn. Maar uiteindelijk is ook de gemeente gediend bij heldere tegenstellingen.

 

Joan Smithuis, februari 2022

[1] Joan Smithuis, Hub van Wersch en Joop van den Berg, Van Campagne tot Compromis. Collegevorming in Nederlandse gemeenten 2010-2018. Boom Geschiedenis. ISBN 9789024430314[:]