Rutte IV kan niet door waar Rutte III was gebleven

Nederland gaat op herhaling. Opnieuw heeft het land gekozen voor het redelijke en veilige midden. Teruggebracht tot de kern, komt de uitslag van de verkiezingen voor de Tweede Kamer er op neer dat Mark Rutte en de VVD door kunnen met een kabinet waarvan, net als vier jaar geleden, het politieke midden (D66 en CDA) het motorblok zal vormen.

Jan Schinkelshoek
Foto: Nils van Houts

Als de ChristenUnie weer aanschuift, wordt Rutte IV een doublure van Rutte III. Maar er gaat meer veranderen dan lijkt. De dominerende VVD krijgt te maken met een zegevierend D66 en een aangeslagen CDA. Er tegenover staat een stevig extreem-rechts blok (Wilders, Baudet en JA21) en een uitgeklede linkse combinatie (PvdA, SP en GroenLinks). En de Tweede Kamer, tot op het bot versplinterd, zal nog meer spektakel bieden. De kabinetsformatie wordt toch nog een lastige puzzel.

***

Het is de uitkomst van een verkiezingscampagne die maar niet van de grond wilde komen. Van meet af aan lag alles onder een dikke coronasluier. De verkiezingsstrijd speelde zich hoofdzakelijk af op het televisiescherm – plus, grotendeels onzichtbaar, via sociale media. Het lukt maar niet om een paar ‘issues’ – Europa, woningbouw, klimaatcrisis, immigratie, betrouwbare overheid – te agenderen. Door die combinatie werd de campagne teruggebracht tot de vraag aan wie Nederland zichzelf wilde toevertrouwen.

Dat was een kolfje naar de hand van Rutte’s VVD. Maximaal wist de partij te profiteren van het grote krediet dat de minister-president annex lijsttrekker had opgebouwd als nationaal crisismanager. Maar erg veel langer had het ook niet moeten duren. D66 – de partij die met Sigrid Kaag een redelijk alternatief bood, met name voor Rutte’s ‘leiderschap’ – kwam de laatste paar dagen verrassend dicht in de buurt. D66, niet het CDA. Voor Wopke Hoekstra, de last minute christen-democratische tegenkandidaat voor Rutte, is de verkiezingscampagne uitgedraaid op een martelgang.

***

Toch kan Rutte IV niet doorgaan waar Rutte III was gebleven. Er is door de verkiezingsuitslag te veel omgewoeld om zonder gevolgen te blijven:

*Binnen de regeringscoalitie zijn de bordjes verhangen. Wat is de chemische uitwerking van een partij die voor de vierde keer op rij wint (VVD), een partij die ook tot eigen verrassing veel wint met de belofte uit andere vaatjes te tappen (D66) en een partij die opnieuw in een existentiële crisis verzeild dreigt te raken (CDA)?

*Ogenschijnlijk vormt het linkse blok, uitgeteld als het is, geen risico. Maar PvdA, SP en GroenLinks zullen beseffen dat ze wel iets moeten laten zien – om een volgende keer terug te komen.

*In het parlement krijgt Rutte IV te maken met een stevig populistisch blok. Het verlies van Wilders’ PVV wordt royaal gecompenseerd door al dan niet voormalige Baudet-aanhangers.

*En in de Tweede Kamer belooft het er feller, kleurrijker en harder aan toe te gaan dan ooit. Meer versplinterd dan ooit (17 fracties), heeft het aantredende parlement alles in huis om bij het minste of geringste een kolkende en onvoorspelbare draaikolk te worden.

***

De Kamerverkiezingen van 2021 zouden wel eens een tussenstation kunnen blijken, een opstapje naar een nieuwe ronde – ná corona. Misschien wordt Rutte IV wel Rutte’s kortstzittende kabinet…

Jan Schinkelshoek, maart 2021