Om 10 uur vanmorgen kwam de vaste Tweede Kamercommissie voor Digitale Zaken voor het eerst bijeen, voor haar zogeheten startbijeenkomst. Deze gloednieuwe vaste commissie is een voortvloeisel van de tijdelijke commissie Digitale Toekomst. In het eindrapport van die commissie was aanbeveling #1 het installeren van een vaste commissie voor Digitale Zaken. Via de motie-Van der Molen c.s. (30 september 2020) en het amendement-Van der Molen c.s. op het Reglement van Orde (18 december 2020) is uiteindelijk gehoor gegeven aan die aanbeveling: met de installatie van de nieuwe Kamer op 31 maart jl. zag de commissie het levenslicht.

Jelle Baartmans
foto: Gerhard van Roon

Dat ons parlement anno 2021 digitalisering onderbrengt in een aparte commissie mag geen verrassing heten. Formeel gaat de commissie over “digitale zaken” en “digitalisering”. In mijn interpretatie omhelst dat onze gehele ‘digitale leefomgeving’—want dat is het inmiddels. De impact daarvan op ons als burger is tegenwoordig niet minder fundamenteel dan die van de fysieke leefomgeving. Van onze belastingaangifte tot de CoronaMelder, van het gebruik van algoritmen door de overheid tot privacy, en van overheidsaanbestedingen tot cybersecurity: digitaal is alomtegenwoordig in onze relatie met de overheid.

Dit roept de vraag op wat precies het mandaat wordt voor de commissie Digitale Zaken. De fysieke leefomgeving is zo’n breed thema dat verschillende commissies en ministeries erover gaan, voornamelijk Infrastructuur en Waterstaat, Binnenlandse Zaken, en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. In het kabinet bestond ook in het digitale domein al een driedeling van de portefeuille: digitale overheid (staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), digitale economie (staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat) en digitale veiligheid (minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid).

Het eindrapport van de tijdelijke commissie Digitale Toekomst biedt op de vraag over het mandaat van de nieuwe commissie een begin van een antwoord: “Digitalisering is […] als onderwerp te vergelijken met financiën of Europees beleid: het is een specialistisch onderwerp en het speelt in iedere commissie een belangrijke rol, maar het kent ook thema’s die boven de afzonderlijke commissies uitstijgen vanwege bredere en dieperliggende vraagstukken die ergens in samenhang besproken moeten worden” (p. 30). Voorbeelden van zulke thema’s zijn “gezichtsherkenningstechnieken door winkeliers, apps en Schiphol” en “de opkomst van de platformeconomie, die niet alleen arbeidsrelaties maar ook hele economische sectoren verandert” (p. 39). Het rapport ziet het ook als taak voor leden van de commissie Digitale Zaken om andere Kamercommissies te informeren over relevante ontwikkelingen op het gebied van digitalisering, en te fungeren als aanspreekpunt voor digitaliseringskwesties naar buiten toe (p.44).

Veel digitale zaken zullen blijven waar ze waren, zoals het Digitaal Stelsel Omgevingswet bij Binnenlandse Zaken, en Bescherming Persoonsgegevens bij Justitie en Veiligheid. Een blik op de voorlopige agenda voor de eerste procedurevergadering van de commissie Digitale Zaken biedt vast een bescheiden inkijkje. Drie onderwerpen zijn vooralsnog geagendeerd in de procedurevergadering, te weten de ‘Verkenning van verplichtingen inzake datadeling in de technologiesector’ en de Europese Digital Markets Act en Digital Services Act. Dit zijn drie samenhangende onderwerpen die tot op heden onder Economische Zaken en Klimaat vielen en betrekking hebben op de totstandkoming van een wettelijk kader voor digitale diensten, met name gericht op aansprakelijkheid en concurrentie. Zo lijkt Big Tech  en de digitale economie het eerste speerpunt te worden van de commissie DiZa.

Wat er allemaal op de agenda zal komen van de commissie hangt vooral af van haar leden. Welke professionele achtergrond en persoonlijke interesses hebben zij? Zijn digitale zaken voor hen een hoofdzaak, of slechts een bijzaak bij een lidmaatschap van andere vaste commissies? In die zin is het jammer dat meerdere toegewijde leden van de tijdelijke commissie Digitale Toekomst de Tweede Kamer hebben verlaten, te weten Kathalijne Buitenweg (die nota bene werkt aan een boek over digitalisering), Kees Verhoeven, Jan Middendorp (vorig jaar nog verkozen tot IT-politicus van het jaar) en Chris van Dam. In februari waarschuwde Arjen Lubach in zijn populaire programma ‘Zondag met Lubach’ al dat er na de verkiezingen weinig kennis over digitale zaken over zou blijven in de Kamer.

Kijkend naar de deelnemers aan de startbijeenkomst van de commissie vanmorgen springt vooral Queeny Rajkowksi, een nieuw gekozen VVD-Kamerlid in het oog. Rajkowski is afkomstig van een digitaal bureau en haar portefeuille bevat vrijwel uitsluitend digitale zaken: digitalisering, informatiesamenleving & overheid, Logius, telecom en AIVD. Op Twitter besteedt ze bovendien veel aandacht aan digitale veiligheid. Ook Lisa van Ginneken van D66 heeft behoorlijke ervaring op het gebied van ICT en heeft op haar eigen website vijf “digitale deugden” voor de overheid geformuleerd. Laurens Dassen vertegenwoordigt Volt, dat in het verkiezingsprogramma een ambitieuze paragraaf over digitalisering heeft opgenomen (zo wil Volt zelfs een ministerie van Digitale Zaken oprichten). De twee overgebleven Kamerleden uit de tijdelijke commissie Digitale Toekomst, Danai van Weerdenburg (PVV) en Farid Azarkan (DENK) maken vanzelfsprekend ook deel uit van de nieuwe commissie.

Al met al lijkt er op basis van bovenstaande genoeg frisse energie, welwillendheid en kennis aanwezig in de Tweede Kamer om de digitale koe bij de horens te vatten, niet alleen op het gebied van digitale economie, maar ook inzake de digitale overheid en veiligheid. Het is te hopen dat ook de hierboven niet genoemde partijen de commissie Digitale Zaken serieus zullen nemen, zodat over dit fundamentele onderwerp alle geluiden uit de maatschappij gehoord worden. Tegen de achtergrond van het actuele debat over vertrouwen tussen burger en overheid is het bovendien te hopen dat de nieuwe commissie zo spoedig mogelijk de digitale dienstverlening en communicatie van de overheid zelf op de agenda zet.

Jelle Baartmans, 22 april 2021