‘Het leven dwingt je tot optimisme’, zei iemand die ik onlangs interviewde. Wijze woorden. Want ja, hoe kun je leven als je geen plezier hebt in de dingen die je doet? Zoals je werk, hoe je je vrije tijd besteedt, de contacten die je hebt met familie en vrienden. Degene die ik sprak is een tevreden mens, van nature optimistisch en wars van zeuren.

The 1755 Lisbon Earthquake (Higgins Art Gallery & Museum)

In deze tijd waarin verschillende gevaren ons bedreigen, kunnen we allemaal een behoorlijke dosis optimisme gebruiken. Ik moest denken aan de woorden waarmee Voltaire zijn Candide afsluit: ‘Il faut cultiver notre jardin’, we moeten voor onze tuin zorgen. In dit achttiende-eeuwse verhaal ontmoeten we Candide, die is opgevoed met het idee dat de wereld de best mogelijke plek om te leven is. Nadat hij is verjaagd uit het kasteel waar hij opgroeide,  ziet hij de gevolgen van oorlogen en natuurrampen. Zo komt hij in Lissabon, de stad die in 1755 werd getroffen door een vreselijke aardbeving, gevolgd door een tsunami en een brand die ongeveer de hele stad vernietigde. Er vielen tienduizenden doden. Op zijn tocht wordt Candide rijk, en vervolgens net zo snel weer arm. Zo mooi is de wereld niet, wil Voltaire laten zien, het hangt van het toeval af hoe lang je leeft en hoe. Daarmee neemt hij de optimistische levensvisie op de hak, net als de religie. Want hoe kan een God bestaan, als er zoveel ellende in de wereld is?

Een uitweg biedt Voltaire met de woorden aan het slot ‘Il faut cultiver notre jardin’. Daarmee geeft hij aan wat ons te doen staat in een gevaarlijke wereld: doen wat binnen je mogelijkheden ligt om verbetering te brengen, te beginnen bij wat dichtbij is: je eigen tuin. Je eigen, kleine omgeving. Je kunt niet de hele wereld veranderen, maar je kunt wel in je eigen omgeving doen wat in je macht ligt. Een advies waar zowel optimisten als pessimisten hun voordeel mee kunnen doen.

 

Henriette van Wermeskerken, oktober 2022

Henriette van Wermeskerken
Foto: Gerhard van Roon