DEN HAAG, 7 juli 2021 – Kamerleden zouden massaal Twitter moeten verlaten, politiek rechts zou niet op voorhand moeten worden uitgesloten van bestuurlijke samenwerking en de rechter moet bemiddelen tussen tegenstrijdige belangen in plaats van te kiezen voor één belang. Deze en andere concrete aanbevelingen doet de politicoloog prof. Jouke de Vries om de verlamming van de Nederlandse politiek door polarisatie en fragmentatie te doorbreken. In de eerste Binnenhoflezing op Paleis Lange Voorhout in Den Haag stelt De Vries vandaag, in reactie op het actuele debat over macht en tegenmacht, dat de Nederlandse overheid eerder te weinig dan te veel macht heeft.

 

Van consensusdemocratie tot populisme en identiteitspolitiek

De Vries wijst op een handvol wicked problems die de Nederlandse politiek teisteren: ongetemde beleidsproblemen waarvoor geen onmiddellijke oplossingen bestaan, zoals de huidige pandemie en de toeslagenaffaire, maar ook de stikstof-, klimaat-, woningbouw- en vluchtelingencrisis. Deze problemen zijn groot en ingewikkeld en onze parlementaire democratie heeft moeite ze op te lossen. Dat is het gevolg van polarisatie en versplintering, die samen hebben geleid tot de verlamming van de Nederlandse politiek.

In het verleden werd Nederland omschreven als een consensusdemocratie, waarin politieke partijen er met elkaar uit kwamen. Sinds Fortuyn de politieke agenda van Paars ter discussie stelde is er sprake van sterke maatschappelijke en politieke polarisatie. Partijen verketteren elkaar en streven niet naar bestuurlijke oplossingen. Dat kan niet los worden gezien van de opkomst van het populisme en de identiteitspolitiek. Eerder werd “de waarheid” vooral vastgesteld en besloten door macht en gezagsposities. Met het afnemen van de macht en de politieke fragmentatie is dit steeds minder mogelijk. Hierdoor ontstaat een kakofonie van waarheden, waarbij de hardste schreeuwers niet altijd gelijk hebben, maar wel veel aandacht krijgen.

Versplintering betekent dat grotere eenheden uit elkaar vallen in kleinere entiteiten. Nederland was een driestromenland: van christendemocratie, socialisme en liberalisme. Na 1967 is de volatiliteit van de kiezers toegenomen. Ook zijn er steeds meer politieke entrepreneurs die uit het niets willen doorstoten in de politiek.

 

Ongetemde beleidsproblemen: we krijgen ze niet meer opgelost

Politieke verlamming komt voort uit polarisatie en fragmentatie en betekent dat de politiek moeilijk tot bindende beslissingen kan komen waardoor het beleid lastig tot stand komt. De eerdergenoemde wicked problems kunnen dan niet worden opgelost door de politiek. Omdat er geen resultaten worden geboekt of omdat het lang duurt voordat de resultaten zichtbaar worden, komen de initiatieven steeds meer van buiten het systeem. Deze “buitenpolitiek” wordt niet zozeer gevoerd via de grote politieke partijen, maar steeds meer via de rechterlijke macht. Het gevolg is dat uitspraken van rechters een enorme druk leggen op overheden om snel tot acties te komen waardoor er abrupt beleid ontstaat en beleidsfiasco’s op de loer liggen.

Onder aan de streep lijkt het er eerder op dat de overheid onmachtig is, dan dat zij te veel macht heeft. De problemen die moeten worden opgelost zijn groot en ingewikkeld. De parlementaire democratie heeft moeite om deze problemen op te lossen, mede omdat er geen duidelijke meerderheden zijn. Kiezers springen mede daardoor sneller van de ene naar de andere partij. De kanalen naar de representatieve democratie lijken te zijn dichtgeslibd of niet meer te bestaan, waardoor er bypasses ontstaan en andere instrumenten in de politiek worden ingezet. Dit leidt tot de buitenpolitiek en het vragen om rechterlijke uitspraken. Hierdoor komt de legitimiteit van de democratie steeds verder onder druk te staan.

Om uit de impasse te geraken doet Prof. de Vries een negental concrete aanbevelingen (zie bijlage). Kamerleden zouden bijvoorbeeld, ten behoeve van zelfbeheersing en slow democracy, en masse Twitter moeten verlaten. Politiek rechts zou niet op voorhand moeten worden uitgesloten van bestuurlijke samenwerking, als men enige waarde hecht aan een ideologie van diversiteit en inclusiviteit. En de rechter? Die moet bemiddelen tussen tegenstrijdige belangen, in plaats van te kiezen voor één belang.

 

 

Prof. De Vries studeerde politieke wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Hij promoveerde aan de Universiteit Leiden en was de eerste decaan van Campus Den Haag van de Universiteit Leiden. Die bracht hij tot grote bloei. Daarna richtte hij voor de Universiteit van Groningen de Campus Friesland op en geeft hij nu leiding aan de Universiteit van het Noorden. Als politicoloog publiceerde hij onder andere over het kabinet-Den Uyl, de Paarse kabinetten en de Revolte van Fortuyn.

De hele Binnenhoflezing van prof. De Vries kunt u hier teruglezen. U kunt de lezing ook terugkijken via binnenhoflezing.nl.